TECHNIEK ALGEMEEN.
Neem een stuk glad cardstok en scheur aan de lange zijde een reep af.
Dit hoeft niet recht te zijn. Het is juist mooi als je wat bergen en dalen gaat zien.
Neem nu een spons en begin bovenaan met de lucht.
Voor een wolk zoek je een kuil in je gescheurd papier.
Neem een spons en begin met een lichte kleur.
Veeg nu heel licht vanaf je gescheurd papiertje op je werk.
Doe dit altijd voorzichtig, het is beter het een paar keer te herhalen dan
dat het gelijk te dik wordt gedaan.
Wil je nu de bovenkant van de wolk maken draai dan
je gescheurde papier om en werk van boven naar beneden.
Laat wolken ook over elkaar heen lopen.
Werk zo door naar beneden.
Bekijk je werk regelmatig van een afstand.
Dan krijg je een betere kijk op je werk,
en zie je het geheel en niet meer dat ene stukje waar je
misschien al een tijd mee bezig bent.
Loop er ook eens bij weg of kijk eens naar buiten naar de natuur.
Dit is de kaart.
Dit is de kaart.
Ik heb voor de kaart ervoor gekozen om een ondergaande zon te laten zien.
De horizon is altijd recht. Dus de zon moet ook aan de onderkant recht zijn.
Ik heb met een papiertje de kaart in tweeën gedeeld en het vast
geplakt met verwijderbaar tape.
Daar bovenop heb ik de zon geplakt ook met dit tape.
De zon blijft dus wit, die ga je later inkleuren.
Maak nu de lucht.
Ik heb de kleuren : 340.1 - 380.5 - 470.1 - 740.5 gebruikt.
Neem nu het rondje weg en plaats het rondje op het papier waar je het rondje hebt uitgeponsd.
Zie foto hierboven.
Voor de zon heb ik de kleuren 270.5 - 74-.5 gebruikt.
Plak nu het recht stukjepapier over de lucht heen en maak
je ondergrond.
Gebruik ook wat geel in het gras onder de zon.
Hier heb ik de kleuren 660.1 en 680.3 voor gebruikt.
Zet nu met zwarte archivalinkt de stempels.
Stempel de kerstballen met versamark en bewerk deze met goud 910.5.
Het is jammer dat de kaart op de foto minder warm is dan in het echt.
Bedankt voor jullie reacties op mijn vorig blogpost.
Groetjes Anneke.
